Door onze website te bezoeken, stemt u in met ons gebruik van cookies.
Debat 23 juni 2016
Debat over online gokken van 23 juni 2016 (vervolg is 30-6-16 en 5-7-16 wordt er in tweede kamer over gestemt), wetsvoorstel:
De opkomst van het online kansspelaanbod is voor staatssecretaris Dijkhoff (Justitie) aanleiding om de wetgeving te moderniseren.
Het voorkomen van kansspelverslaving, het beschermen van de consument en het tegengaan van illegaliteit en criminaliteit. Dit zijn de belangrijkste doelstellingen van het kansspelbeleid van de staatssecretaris en van zijn wetsvoorstel dat vooral is gericht op het reguleren en kanaliseren van het nu nog verboden aanbod op internet. Helder (PVV) is op hoofdlijnen positief. Maar Van Toorenburg (CDA), Schouten (ChristenUnie) en Bisschop (SGP) zijn niet overtuigd: gokverslaving zal door legalisering van het internetaanbod eerder toe- dan afnemen. Swinkels (D66) en Kooiman (SP) zetten vraagtekens bij de privacywaarborgen voor spelers.
Kijk hier voor publikatie online gokken van de Tweede Kamer.
Aandacht voor gevaren gokverslaving
Wat kan de overheid doen om gokverslaving te bestrijden? Naast een verslavingsfonds zet Dijkhoff een register op om mensen vrijwillig of onvrijwillig uit te sluiten van kansspelen. Een minimumtermijn voor vrijwillige inschrijving kan mensen tegen zichzelf beschermen, suggereert Bisschop. Van Wijngaarden (VVD) wil dat onvrijwillige uitsluiting terughoudend wordt toegepast: afkicken heeft alleen zin als men gemotiveerd is. Verbied gokprogramma’s op open televisiekanalen, suggereert Schouten. Zij stelt ook voor de minimumleeftijd voor gokken te verhogen naar 21 jaar. Mei Li Vos (PvdA) wil dat aanbieders waarschuwen voor de risico’s van onmatige deelname aan kansspelen. Maak de reclameregels voor gokken net zo streng als voor alcohol, suggereert Kooiman.
Illegale activiteiten aangepakt
Dijkhoffs wetsvoorstel is mede bedoeld om illegale kansspelactiviteiten te bestrijden. Zo krijgt de Kansspelautoriteit de bevoegdheid om gokwebsites zonder de vereiste vergunning te blokkeren. Swinkels gaat dit te ver: een inbreuk op de technische werking van internet ondergraaft het vertrouwen van de gebruikers. De Kansspelautoriteit moet op dit terrein juist meer bevoegdheden krijgen, vindt Van Toorenburg: het verbieden van apparatuur (zoals apps) bedoeld voor deelname aan illegale kansspelen. Vergroot de handhavingscapaciteit door het aantal fte’s van de autoriteit te verhogen, stelt Kooiman voor. Van Wijngaarden en Vos willen matchfixing voorkomen door een verbod op risicovolle sportweddenschappen en een meldplicht voor verdachte gokpatronen.
Meer geld voor de sport?
Een belangrijk deel van de gokmarkt bestaat uit het voorspellen van sportwedstrijden. Veel sportbestuurders hopen dat er meer geld naar de sport gaat vloeien als het internetaanbod wordt gelegaliseerd. Maar een voorstel van Van Toorenburg zou roet in het eten kunnen gooien. Ter voorkoming van belangenverstrengeling wil zij namelijk bedrijven die weddenschappen over sporters, sportteams of sportclubs aanbieden, verbieden om deze ook te sponsoren. Van Wijngaarden en Vos willen dat de meeropbrengst van de verhoogde kansspelbelasting, naar schatting 8 tot 10 miljoen per jaar, ten goede komt aan de sport. Maar Bisschop ziet niets in het op deze manier doorsluizen van belastinggeld.
Het debat gaat op een later moment verder met de reactie van de staatssecretaris op de eerste termijn van de Kamer.